Nieuws van ons parlementslid

Voor Open VLD en CD&V is Nederlandstalige zorg in Brussel geen prioriteit

“Na Open VLD laat nu ook CD&V de Nederlandstalige patiënt in Brussel in de steek”, stellen Vlaams N-VA-parlementslid Peter Persyn en Brussels N-VA-parlementslid Liesbet Dhaene. “De samenwerking tussen de Vlaamse Brusselse Huisartsenkring (BHAK) en haar Franstalige tegenhanger (FAMGB) in het kader van de organisatie van de wachtdienst, biedt onvoldoende garanties voor de Nederlandstalige patiënt.”

Uit een mondelinge vraag van N-VA-parlementslid Peter Persyn (N-VA) aan minister Vandeurzen (CD&V) blijkt dat de minister vindt dat het project van de Brusselse ‘tweetalige’ wachtdienst voldoende garanties op Nederlandstalige zorg biedt. Nochtans stoot dit project in Brussel op verzet bij ongeveer 40 procent van de Vlaamse huisartsen net omdat er té weinig garanties zijn.

“De samenwerking tussen de Vlaamse Brusselse Huisartsenkring (BHAK) en haar Franstalige tegenhanger (FAMGB) in het kader van de organisatie van de wachtdienst, biedt onvoldoende garanties”, zegt Persyn. “Het is dan ook onbegrijpelijk dat minister Vandeurzen niet van plan is om bijkomende taal- of andere garanties af te dwingen. Bovendien worden er voor de financiering van het callcenter van deze ‘tweetalige’ wachtdienst Vlaamse subsidies gebruikt. Eén van de bezwaren is nochtans het gebrek aan controle op het taalniveau van de medewerkers van dit callcenter.”

Eerder ontliep ook minister van Volksgezondheid De Block haar verantwoordelijkheid: “Minister De Block heeft wel bevestigd dat de wachtdienst te weinig garanties op Nederlandstalige zorg biedt, maar zij treedt hier niet tegen op”, vervolgt Dhaene. “Nu minister Vandeurzen, bevoegd voor de huisartsenkring, geen bijkomende garanties wil vragen, kan de Nederlandstalige patiënt in Brussel enkel nog rekenen op die Vlaams-Brusselse huisartsen die op dit moment alle juridisch middelen uitputten om toch enige garanties uit de brand te slepen. De onverschilligheid van beide bevoegde ministers ten aanzien van de Nederlandstalige patiënten in Brussel is onbegrijpelijk.”